De rechter bepaalt wanneer de spreekgerechtigde het woord krijgt. Dit gebeurt bij het begin van het onderzoek ter terechtzitting, of zo nodig al daarvoor.
Ook bepaalt de rechter hoeveel tijd er beschikbaar is voor het spreekrecht. Die tijd moet in verhouding staan tot de aard ernst van de zaak, en de tijd die voor de zitting is gereserveerd.