‘De technische en juridische complexiteit van cybercrime-zaken neemt enorm toe’, citeerde Verheij uit het jaarverslag van het kenniscentrum – onderdeel van het gerechtshof Den Haag. ‘Er wordt een steeds groter beroep gedaan op de ICT-kennis van rechters (…) En 1 ding is zeker: het is een groeimarkt.’
Dat online criminaliteit een vlucht neemt, lijkt logisch. Van computer tot koelkast, van auto tot fitnesstracker: bijna alle apparaten kunnen online. Dit biedt kansen voor technologische ontwikkeling, maar ook voor criminelen. Het is lastig in te schatten hoe groot de wereld van online criminaliteit is, veel blijft verborgen en de opsporing haalt nog niet het gewenste niveau.
Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, sprak er eerder dit jaar over in zijn jaarbericht: ‘Volgens de Veiligheidsmonitor 2016 van het CBS deed de burger slechts in 27 procent van de ondervonden delicten aangifte bij de politie. Dat cijfer is nog veel lager bij ondervonden internetcriminaliteit. Het is al vaker gezegd: de aard van criminaliteit verandert in snel tempo. Die andere vormen van (computer)criminaliteit komen niet aan het licht doordat de opsporings- en vervolgingsorganisaties niet voldoende zijn toegerust om ze op te sporen.’ Bij de presentatie van het jaarverslag van de Rechtspraak deed Bakker de oproep om te investeren in de strafrechtketen en pleitte hij voor een betere informatie-uitwisseling tussen politie, Openbaar Ministerie en Rechtspraak.