Voor een wijziging van de Grondwet geldt een andere, zwaardere procedure dan bij wijziging van gewone wetten. Het wetsvoorstel moet in 'eerste lezing' door de Tweede en Eerste Kamer met een gewone meerderheid worden aangenomen. Vervolgens moet een nieuwe Tweede Kamer in tweede lezing het voorstel met 2/3 meerderheid aannemen. Pas als de Eerste Kamer vervolgens het voorstel ook met 2/3 meerderheid aanneemt, wat vandaag is gebeurd, is de wijziging van de Grondwet een feit.