Laden...

Recht in tijden van corona: 'Er is minder koudwatervrees'

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRaad voor de rechtspraak > Nieuws > Recht in tijden van corona: 'Er is minder koudwatervrees'
Arnhem, 14 april 2020

Rechtspreken in tijden van corona vraagt om creativiteit en aanpassingsvermogen. De gerechtsgebouwen zijn beperkt toegankelijk, maar in zoveel mogelijk zaken wordt nog wel recht gesproken. Hoe gaat dat? Voor de serie Recht in tijden van corona spreken we met Jan van Breda, bestuursrechter bij de rechtbank Gelderland. ‘Door corona zijn innovaties in een stroomversnelling geraakt.’

Gevolgen

Bestuursrechter Jan van Breda tijdens een schouw op een omstreden pannaveldje in Nijmegen [foto: Arie Kievit]

Ook rechter Van Breda zit al een aantal weken thuis. Niet dat hij nu de tijd heeft om een nieuwe taal te leren of dat ene boek te lezen dat er al maanden ligt. Het werk is er ondanks de coronamaatregelen niet minder om geworden. Sterker nog: sinds de intelligente lockdown heeft hij het haast drukker. Als voorzitter van de landelijke Expertgroep AWB en als lid van het zogenaamde Kernteam bestuursrecht denkt hij mee over de gevolgen van deze uitzonderlijke situatie voor de bestuursrechtspraak.

Openbaar

In overleg met partijen wordt geprobeerd om zaken schriftelijk af te doen of betrokkenen telefonisch te horen. Het vraagt nogal wat organisatie om een zaak op die manier af te doen. ‘Uiteindelijk moeten alle zaken in het openbaar worden uitgesproken’, zegt Van Breda. ‘Dat kan niet zolang gerechtsgebouwen voor publiek gesloten zijn. En de behandeling van zaken op zitting wordt nu uitgesteld. Dat is vervelend genoeg, maar wanneer kunnen we die dan wel behandelen? Wordt de achterstand niet te groot? Daarnaast: hoe ga je om met proceskosten na een telefonische zitting? Dat zijn allemaal vragen waar we nu antwoorden op zoeken.’

Vreemdelingen

Vakinhoudelijk is het een interessante tijd. Van Breda houdt zich als bestuursrechter onder meer bezig met vreemdelingenzaken. Door gesloten grenzen en beperkt vliegverkeer is het niet mogelijk om illegale vreemdelingen uit te zetten. ‘Europese landen hebben de afspraak dat asielaanvragen worden behandeld in het land waar vreemdelingen de EU zijn binnengekomen. Maar kan een vreemdeling nu worden overgedragen aan bijvoorbeeld Frankrijk om daar in de asielprocedure te gaan? Advocaten zullen in zulke zaken bepleiten dat vanwege corona Nederland de asielaanvraag moet behandelen, wat indruist tegen de Europese afspraken.’

Illegale bewoning

Ook op rechtszaken over omgevingsrecht heeft de coronacrisis invloed, zegt de rechter. Als hij een zaak zonder zitting wil afdoen, heeft hij de toestemming van beide partijen nodig. Het is denkbaar dat een partij die toestemming weigert omdat dat voordelig kan uitpakken. ‘Neem bijvoorbeeld recreatiewoningen die permanent worden bewoond, in strijd met het bestemmingsplan. Gelderse gemeenten leggen een dwangsom op van 10.000 euro als de bewoner geen gehoor geeft aan de oproep om aan die permanente bewoning een einde te maken. Mogelijk weigert de bewoner dan toestemming omdat hij denkt: zolang de gemeente geen gelijk heeft gekregen van de rechter, hoef ik niet te betalen.’

Toekomst

Met een schuin oog kijkt de bestuursrechter naar de toekomst. Hij roemt de innovatieve ontwikkelingen die de rechtspraak nu versneld doormaakt met beveiligd e-mailen, telehoren en beeldverbindingen. ‘Partijen naar een zitting laten komen is nog steeds het snelst en meest praktisch – daar zijn onze systemen en afspraken op ingericht. Maar als de noodmaatregelen werken en ingeburgerd raken, zijn ze misschien ook wel bruikbaar in de toekomst. Koudwatervrees wordt minder. Dat zie ik als een positieve kant aan deze ellende.’

Creatief

Voor nu heeft de bestuursrechter te maken met 2 soorten zaken: ‘Je hebt de zaken die al op zitting waren gepland en nu om een creatieve oplossing vragen en zaken die nog niet op zitting waren gepland’, vertelt hij. ‘Ingeplande zaken kan je soms afdoen zonder zitting, als de partijen daarmee instemmen. De een is daar enthousiaster over dan de ander. Soms hebben partijen al iets voorbereid voor de zitting en willen ze toch graag dat de rechtbank hen aanhoort. Dan proberen we dat met een telefonische of beeldverbinding te doen.’ Daarnaast is het streven om zaken die nog niet op zitting waren gepland nu zo uitgebreid mogelijk voor te bereiden, zodat die zaken na de coronacrisis sneller kunnen worden afgedaan.

Uitspraken