Met een Algemene Maatregel van Bestuur worden de finesses van een onderliggende wet verder uitgewerkt. Hierdoor hoeft de wet zelf niet te gedetailleerd te zijn. In dit geval gaat het om de Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging die in 2020 door de Eerste Kamer werd aangenomen. Deze wet biedt de ruimte om bij wijze van experiment af te wijken van bestaande wettelijke procedures. Op deze manier kunnen experimentele procedures eerst worden getoetst aan de praktijk.
De experimenten die onder deze wet vallen, worden geregeld met een Algemene Maatregel van Bestuur, zoals nu dus gebeurt met de nabijheidsrechter. Een nadeel hiervan is dat de experimenten vooraf erg gedetailleerd moeten worden uitgewerkt. Dat is goed voor de rechtszekerheid van procesdeelnemers, maar de ervaring is ook dat juist de praktijk dit soort details moet uitwijzen. De Raad denkt dat in het besluit een werkbare balans is gevonden binnen dit spanningsveld.