Financiële afwegingen spelen een grote rol bij de beslissing wel of niet een beroep te doen op de rechter, aldus de onderzoekers. De tarieven zijn verhoudingsgewijs het sterkst gestegen in de categorie handelszaken met een financieel belang tussen 500 en 5.000 euro. Als alleen wordt gekeken naar de invloed van het duurder worden van de gang naar de rechter, nam het aantal handelszaken in eerste aanleg met 20 procent af. Rechters, advocaten en deurwaarders zien ook sinds de Wgbz meer 'strategisch procedeergedrag': om minder griffierecht te hoeven betalen, worden bijvoorbeeld vorderingen verlaagd of gesplitst; bij huurvorderingen wordt niet gevraagd om verschuldigde huur, maar om ontruiming van de woning.
De frequentie waarmee in handelszaken hoger beroep werd aangetekend nam, doordat deze rechtsgang goedkoper werd, juist met 28 procent toe. Beide effecten - minder handelszaken in eerste aanleg, meer in hoger beroep - waren juist niet in overeenstemming met de door de wetgever genoemde bedoelingen.