Is een ongeluk het gevolg van een enkele overtreding die iedereen wel eens
begaat – bijvoorbeeld een moment van onoplettendheid waardoor een fietser over
het hoofd is gezien -, dan wordt de bestuurder niet veroordeeld voor het
misdrijf ‘dood door schuld in het verkeer’. Daarvoor moet ten minste sprake zijn
van ‘aanmerkelijk’ onoplettend en onvoorzichtig rijgedrag (bijvoorbeeld te hard
rijden terwijl het zicht ook nog slecht is door hevige regen), een grove
verkeersfout of - de ernstigste categorie - roekeloos rijgedrag.
Bij de
lichtste mate van schuld leggen rechters vaak enkele maanden gevangenisstraf op
(eventueel te vervangen door een werkstraf) en een rijverbod van een jaar,
terwijl roekeloos rijden al gauw leidt tot 8 maanden cel en 3 jaar rijverbod. Is
er drank in het spel, dan gaan de straffen omhoog.