Voor de behandeling van civiele en kantonzaken in de rechtbank Zeeland-West-Brabant per 1 januari 2013.
- Voor het aanbrengen van civiele dagvaardingszaken alsmede de beslagrekesten en de indiening van verzoeken tot echtscheiding, tot verdeling en verrekening,zaken betreffende levensonderhoud, bijstandsverhaal en extra-judiciële zaken die niet een minderjarige betreffen omvatten de in bijlage 1 genoemde locaties de daarbij genoemde gemeenten. Voor de indiening van overige verzoeken van familierechtelijke aard alsmede handelsverzoeken en insolventiezaken omvat de locatie Breda tevens de gemeenten Steenbergen, Bergen op Zoom en Woensdrecht.
- Voor het aanbrengen resp. de indiening van kantonzaken omvatten de in bijlagen genoemde kantonlocaties de daarbij genoemde gemeenten.
- Voor de beantwoording van de vraag bij welke locatie een zaak dient te worden aangebracht, vinden de regels van art. 99 t/m 107, 262 t/m 266, 268, 700, 728, 729d en 768 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering alsmede art. 2 Faillissementswet overeenkomstige toepassing. Kan aan de hand van deze regels niet worden bepaald bij welke locatie een zaak dient te worden aangebracht dan dient de zaak te worden aangebracht bij de locatie van de woonplaats van gedaagde/verzoeker.
- In afwijking van punt 3 dienen zaken betreffende aanbesteding, mededinging en intellectuele eigendom voor het gehele arrondissement te worden aangebracht bij de locatie Breda.
- In afwijking van punt 3 dienen zaken betreffende onteigening, de Wet voorkeursrecht gemeenten, ruilverkaveling en pacht voor het gehele arrondissement te worden aangebracht bij de locatie Middelburg.
- In afwijking van punt 3 dienen vervoersrechtelijke handelszaken, met inbegrip van internationaal wegvervoer, voor het gehele arrondissement te worden aangebracht bij de locatie Middelburg.
- In afwijking van punt 3 dienen verzoeken die betrekking hebben op een lopend faillissement voor het gehele arrondissement te worden ingediend bij de locatie Breda.
- Verzoeken tot voorlopige voorziening en dagvaardingen in kort geding dienen te
worden aangebracht bij de locatie waar de bodemzaak dient te worden aangebracht.
Slotbepaling
Kan aan de hand van het vorenstaande niet worden vastgesteld waar een zaak dient te
worden aangebracht, dan dient de zaak te worden aangebracht bij de locatie Breda.
18 september 2012, gewijzigd bij besluit van 10 januari 2013