‘Dat zijn er door de jaren heen natuurlijk aardig wat. Maar een zaak die dan snel bij mij naar boven komt, draaide om een man die verdacht werd van het bedreigen en beledigen van agenten en van verzet tijdens zijn aanhouding. Hij was door rood gereden. De politie wilde hem daarop aanspreken. Maar nog voordat de politie iets had kunnen zeggen, ging de man compleet uit zijn plaat en werd hij heel agressief richting de politieagenten. Deze hadden nog nooit zo’n plotseling en heftig geweld meegemaakt. Dit las ik allemaal als voorbereiding op de zitting in het politiedossier. Daarin stond eigenlijk helemaal niets over de verdachte zelf. Bij aanvang van de zitting zagen we de verdachte de zittingszaal binnenkomen. Toen pas bleek het te gaan om een schichtige man van ongeveer 1.60 meter. Niet iemand waarvan je meteen verwacht dat hij zo tekeer kan gaan. Wat was nou het geval? Meneer was een psychiatrisch patiënt die soms psychoses had. Hij had die dag zijn medicijnen niet ingenomen en was daarom op weg naar de apotheek. Vanwege de politie die achter hem aan kwam, raakte hij totaal in paniek en flipte. Als je dat als rechter allemaal hoort, werpt het toch een ander licht op de zaak. Zo zie je maar hoe belangrijk het is om ook de mens achter het dossier te zien. Als rechter moet je daarom altijd met een open geest een zitting in gaan.’