Na haar aanhouding en langdurig, intensief verhoor, bekent Ina Post de vrouw om het leven te hebben gebracht. Ook bekent ze kascheques van het slachtoffer te hebben verzilverd. Later trekt zij die bekentenissen weer in.
In de herzieningsprocedure acht het gerechtshof de bekentenissen niet betrouwbaar. Er kan niet worden uitgesloten dat ze zijn gedaan onder invloed van een ‘bijzondere psychische toestand’. Door het wegvallen van de bekentenissen blijft er onvoldoende bewijs over voor een veroordeling en wordt Ina Post vrijgesproken.