Aan de rechtzoekende is een bestuurlijke boete opgelegd vanwege schending van de inlichtingenplicht uit de Toeslagenwet. Het bezwaarschrift dat tegen deze bestuurlijke boete is ingediend, is niet-ontvankelijk verklaard en daarmee niet inhoudelijk behandeld omdat het te laat was ingediend. Tegen die beslissing is geen beroep ingesteld. De rechtzoekende heeft het UWV daarna, enkele maanden later, gevraagd om terug te komen van het boetebesluit. Dit verzoek is afgewezen omdat geen sprake zou zijn van nieuwe feiten of omstandigheden. Volgens het UWV is het boetebesluit niet evident onjuist en de handhaving ervan is ook niet evident onredelijk.