Beide partijen baseren zich bij de berekening van de provisie op artikel 2, derde lid, van het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding (Besluit), maar komen uit op verschillende bedragen. Het Besluit bepaalt dat de provisie moet worden berekend over de twaalf maanden vóór het einde van de arbeidsovereenkomst. Partijen verschillen van mening over de vraag welke provisiebedragen in die periode vallen. Gaat het om de provisiebedragen die in die periode zijn, of hadden moeten worden, uitbetaald (dat vindt het Uwv) of om de provisie die over die periode is opgebouwd (dat vindt de werkgever)?
De president van de Centrale Raad van beroep heeft deze vraag voorgelegd aan de raadsheer advocaat-generaal. Ook heeft de president gevraagd of er in bijzondere gevallen ruimte is voor een afwijkende berekening van de transitievergoeding.