Net als in 2020 heeft de Commissie rechtseenheid bestuursrecht in 2021 gesproken over de effecten van de coronamaatregelen op de besluitvorming, de behandeling van rechtszaken en de oplossingen die daarvoor zijn gekozen. Welke voorwaarden moeten worden gesteld aan rechtszittingen die niet fysiek plaatsvinden maar (deels) telefonisch of via audiovisuele communicatiemiddelen? En wat voor invloed heeft de sluiting van de gerechtsgebouwen op de zogenoemde redelijke termijn waarbinnen zaken moeten worden behandeld? Ook heeft de commissie gesproken over vaste rechtspraak die bepaalt dat de rechter uit eigen beweging (ambtshalve) beoordeelt of een bezwaar- of beroepschrift in een eerdere fase van de procedure op tijd is ingediend. De hoogste bestuursrechters hebben aanleiding gezien om die rechtspraak te verlaten. Daarnaast heeft de commissie zich gebogen over de vraag wanneer het een burger niet kan worden verweten dat hij te laat bezwaar heeft ingediend tegen een besluit dat is geplaatst in de Berichtenbox Mijn Overheid. Verder heeft de commissie gesproken over de mogelijkheid die de bestuursrechter heeft om, zonder toestemming van partijen, uitspraak te doen zonder het (hoger) beroep op een rechtszitting te behandelen.
Dit is slechts een greep van onderwerpen waarover de commissie heeft gesproken in 2021. In het jaaroverzicht zijn alle onderwerpen te lezen.