Laden...

Minister besluit terecht hbo-student geen prestatiebeurs te geven voor universitaire master

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksCentrale Raad van Beroep > Nieuws > Minister besluit terecht hbo-student geen prestatiebeurs te geven voor universitaire master
Utrecht, 16 september 2025

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft vandaag in hoger beroep een uitspraak gedaan over de weigering van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om aan een hbo-studente een prestatiebeurs te verlenen voor een universitaire master. De rechtbank had dat besluit vernietigd omdat niet duidelijk was waarom hbo-studenten wel een prestatiebeurs krijgen voor een hbo-master, maar niet voor een wo-master. De CRvB vindt dat uit de wetsgeschiedenis van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en uit de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) wel voldoende duidelijk is waarom dit onderscheid is gemaakt. 

Waar gaat de zaak over?

Een studente had een prestatiebeurs aangevraagd voor het volgen van een wo-master, die volgde op een door haar afgeronde hbo-bachelor. DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) had deze prestatiebeurs, namens de minister, geweigerd. In de Wsf 2000 staat namelijk dat hbo-studenten wél een extra jaar prestatiebeurs kunnen krijgen voor een hbo-master, maar niet voor een wo-master. De studente was het niet eens met die afwijzing. Zij vond dat een vorm van discriminatie en legde haar zaak voor aan de rechtbank.

De uitspraak van de rechtbank

In haar uitspraak van 3 december 2024 (ECLI:NL:RBMNE:2024:6591) vernietigde de rechtbank Midden-Nederland het besluit van de minister en gaf de minister opdracht de prestatiebeurs voor de wo-master alsnog te verlenen als de studente ook aan de overige voorwaarden voor toekenning voldeed. De rechtbank vond dat de Wsf 2000 ten onrechte een onderscheid maakte tussen hbo-studenten die een hbo-master wilden gaan volgen en hbo-studenten die een wo-master wilden gaan doen. Daarom liet zij de bepaling buiten toepassing die aan toekenning van de prestatiebeurs in de weg stond.

De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep

De minister stelde hoger beroep in tegen de uitspraak van de rechtbank. In het hoger beroep van vandaag krijgt de minister gelijk. De Centrale Raad van Beroep vindt dat in de wetsgeschiedenis bij de WHW duidelijk is uitgelegd dat de wetgever onderscheid heeft willen maken tussen 'initieel' en 'post-initieel' onderwijs. Een opleiding die afdoende kwalificeert voor arbeidsmarktdeelname, zoals de hbo-bachelor die de studente had gevolgd, geldt als initieel onderwijs. De wetgever heeft ervoor gekozen de prestatiebeurs te beperken tot initieel onderwijs. De wetgever heeft volgens de Centrale Raad van Beroep dus bewust gekozen die niet te verstrekken voor de combinatie hbo-bachelor en wo-master. Dat na een combinatie van een wo-bachelor en een wo-master ook nog een prestatiebeurs kan worden verleend voor een hbo-master past volgens de Centrale Raad van Beroep niet goed in het systeem. Maar dat het systeem niet helemaal sluitend is, betekent niet dat keuze van de wetgever om voor een wo-master na een hbo-bachelor geen prestatiebeurs te verstrekken onrechtmatig is.

Daarbij vindt de Centrale Raad van Beroep belangrijk dat de wetgever bij sociaal beleid (zoals bij studiefinanciering) veel beoordelingsvrijheid heeft om bepaalde groepen wel of niet gelijk te behandelen. Ook wijst de Centrale Raad van Beroep erop dat de minister bezig is met de vernieuwing van het systeem. Daarvoor moeten politiek-bestuurlijke afwegingen worden gemaakt. Daarom is er op dit moment voor de rechter minder aanleiding om in te grijpen in het bestaande wettelijke systeem.

Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep brengt weliswaar mee dat de studente geen prestatiebeurs krijgt, maar zij kan wel studiefinanciering ontvangen in de vorm van een lening en een reisrecht. Van een beperking om het door haar gewenste onderwijs te volgen, is dus geen sprake.

Wat betekent dit in de praktijk?

De uitspraak betekent dat de studente geen recht heeft op een prestatiebeurs voor haar wo-master. Zolang het wettelijke systeem niet is aangepast, geldt dat ook voor andere studenten die na een hbo-bachelor een wo-master willen volgen.

Meer informatie

Dit is een persbericht op basis van onderstaande uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit persbericht en de uitspraak, is de uitspraak beslissend. Met eventuele vragen over dit persbericht kunt u contact opnemen met de afdeling communicatie via communicatie.crvb@rechtspraak.nl.

ECLI