Het CBb oordeelt dat de methode waarop ACM de kosten heeft vastgesteld op gespannen voet staat met het doel van de wetgever dat warmtenetten kunnen groeien. Met name kleinere warmteleveranciers hebben hogere financieringskosten dan waarvan ACM is uitgegaan. De methode van ACM is daarom in het nadeel van kleinere ondernemingen: zij dreigen zo van de markt te verdwijnen, terwijl zij juist mede bijdragen aan de groei van warmtenetten.
Het CBb draagt ACM op om deze tekortkoming te herstellen. ACM krijgt daarvoor maximaal zes maanden de tijd. Daarna beslist het College over de verdere behandeling van de zaak.