De voorzieningenrechter beoordeelt de complexe en principiële bezwaren tegen de nieuwe lijst niet, omdat deze spoedprocedure zicht daar niet voor leent. De voorzieningenrechter heeft een belangenafweging gemaakt tussen de belangen van verzoekers bij schorsing van de nieuwe lijst en de belangen van de minister bij het van kracht blijven daarvan. Die belangenafweging valt uit in het nadeel van verzoekers. Doorslaggevend daarvoor is dat met de gevraagde schorsing van de nieuwe lijst niet kan worden bereikt dat de daarop niet aangewezen diersoorten die wel op de oude lijst stonden, alsnog mogen worden gehouden.
De minister moet nu een besluit nemen op de door de verzoekers ingediende bezwaren.