De NZa heeft de nieuwe, lagere, tarieven vastgesteld na een kostprijsonderzoek over het jaar 2023. De kosten bestaan onder meer uit praktijkkosten en de arbeidskosten van de praktijkhoudende orthodontisten en tandartsen. De NZa heeft de arbeidskosten normatief vastgesteld, omdat de werkelijke arbeidskosten niet in de boekhouding van praktijken worden vastgelegd. De hoogte van deze normatieve arbeidscomponent (NAC) heeft de NZa bepaald aan de hand van onderzoek van bureau Berenschot. In de tariefberekening heeft de NZa aan iedere praktijkhouder die minimaal 36 uur gemiddeld per week en 46 weken per jaar werkt één volledige NAC toegerekend. Overwerk is in de NAC verwerkt. Ook aan praktijkhouders die meer dan 36 uur per week en/of 46 weken per jaar werken, wordt dus één NAC toegerekend.
De KNMT e.a. zijn het niet eens met deze methode van toerekening, omdat die leidt tot een scheef resultaat voor praktijkhouders die gemiddeld (veel) meer werken dan 36 uur per week, maar geen 46 weken per jaar.