Eerder verklaarde de rechtbank Rotterdam het beroep van Vodafone tegen de door ACM verleende concentratievergunning ongegrond (ECLI:NL:RBROT:2016:3476). Net als de rechtbank ziet het CBb geen reden dat de voorgenomen concentratie de concurrentie op de markt voor ontbundelde toegang tot het kopernet en het glasvezelnet (Fiber to the Home, FttH) serieus zal verstoren.

Vodafone voorziet een stijging van de groothandelstarieven die zij moet betalen. Op grond van het marktanalysebesluit ontbundelde toegang gelden voor deze markt tariefplafonds.
Het is goed denkbaar dat Reggefiber tijdelijk tarieven rekende onder die tariefplafonds (omdat zij snel een hoge penetratiegraad moest zien te bereiken om op die manier omvangrijke investeringen snel te kunnen terugverdienen), maar (ook zonder de concentratie) zouden die tarieven vermoedelijk stijgen tot aan de kostengeoriënteerde tariefplafonds. Zolang de prijsstijging onder het maximumtarief blijft, komt deze niet in strijd met het mededingingsrecht. Het risico op marge-uitholling waar Vodafone op wijst, wordt voorkomen door het verbod op marge-uitholling: het groothandelstarief dat KPN haar eigen retailbedrijf rekent mag niet zo laag zijn dat tot haar net toegelaten concurrenten hun diensten niet onder concurrerende voorwaarden kunnen aanbieden.

Het hoger beroep van Vodafone slaagt niet. Dit betekent dat de vergunning voor de concentratie in stand blijft.

Deze uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak. De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met:
Celeste de Wit, afdeling persvoorlichting, tel. 088 362 0454 of 088 362 3910.