De ACM had PostNL een boete van 2 miljoen euro opgelegd. De boete hield verband met de bezorging van post die onder de Universele Postdienst (UPD) valt. Dit is een basispakket van postdiensten voor onder meer consumenten. PostNL is wettelijk verplicht de UPD uit te voeren. Eén van de verplichtingen die geldt bij de uitvoering van de UPD is dat PostNL brieven in ten minste 95% van de gevallen de eerstvolgende dag na aanbieding moet bezorgen, tenzij dat een zondag, maandag of officiële feestdag is. Volgens de ACM heeft PostNL in 2019 niet aan deze verplichting voldaan. De ACM is hierbij uitgegaan van een resultaat van 94,34%.
Dit percentage is gebaseerd op een proefbriefonderzoek. In dit onderzoek was echter voor 0,6% van de brieven niet vastgesteld of de brieven te laat zijn bezorgd door een vertraging in de bezorging door PostNL. De oorzaak kon ook liggen bij de verzender of ontvanger van de brief. Het CBb is daarom van oordeel dat deze brieven buiten de meting moeten worden gehouden. Omdat die brieven niet meer meetellen als te laat bezorgd en omdat rekening wordt gehouden met een betrouwbaarheidsinterval, voldoet PostNL wel aan de norm van 95%. Er is dus geen sprake van een overtreding.
De uitkomst van de hoger beroepsprocedure is dat de boete voor PostNL wordt geschrapt.