Op grond van de POR-regeling kregen pluimveehouders tijdelijk ontheffing van de verplichting over dierrechten te beschikken. Die ontheffingen hadden een duidelijke einddatum en die is verstreken. De minister weigert (verdere) verlenging van de ontheffing. Daarin ziet het CBb geen reden om, zoals een pluimveehouder vroeg, vooruitlopend op de bodemzaak in te grijpen. De pluimveehouders mochten er niet op vertrouwen dat de minister de ontheffingen zou verlengen, ook als de (aanhoudende) mestproblematiek de verwachte afschaffing van de dierrechten doorkruiste. Het maatschappelijke belang bij het reguleren van de fosfaatproductie is groot en het belang bij onverkorte werking van de verlengingsweigering weegt zwaarder dan het belang van de pluimveehouder.