Voor de konikpaarden in de vangweide geldt dat zij, ongeacht hun leeftijd, pas met een paardenpaspoort worden geïdentificeerd, nadat zij zijn gescheiden van hun in het wild, buiten de vangweide levende soortgenoten. De 32 paarden zijn na hun vangst in de vangweide in één week tijd gechipt, de paspoorten zijn in die week aangevraagd en afgegeven en nog dezelfde week zijn zij vervoerd naar het slachthuis. Daarom is de afgifte van de paspoorten voor deze 32 paarden niet onrechtmatig, ook al ontbreekt in de Nederlandse wet een aanvraagtermijn ondanks dat de Europese verordening paardenpaspoort voorschrijft dat die termijn moet worden vastgesteld.