In de zaak over Closer gaat het er om in hoeverre Nederland bij de toelating kan afwijken van een door een andere lidstaat uitgevoerde beoordeling. In de zaken Dagonis en Pitcher verschillen PAN-Europe en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden van mening of hormoonontregelende eigenschappen naast de Europese beoordeling ook op nationaal niveau (bij de toelating van een gewasbeschermingsmiddel) beoordeeld kan worden. Verder speelt in alle drie de zaken de vraag naar welk tijdstip de beoordeling gebeurt: de stand van de wetenschappelijke en technische kennis op het moment van de toelating of een eerder moment, bijvoorbeeld de aanvraag.
In afwachting van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.