Het hof acht een gevangenisstraf van 3 jaar, waarvan 1 voorwaardelijk, passend. Daarbij heeft het hof, evenals de rechtbank, een langdurige proeftijd van 10 jaar bepaald en bijzondere voorwaarden gesteld. Het wordt de verdachte verboden gedurende de proeftijd het vak van zwemleraar uit te oefenen en beroepsmatig of als vrijwilliger werkzaamheden en activiteiten met minderjarigen jonger dan 16 jaar te verrichten.