De 2 gemaskerde en bewapende minderjarige mededaders kwamen op 11 mei 2014 de coffeeshop binnen en bedreigden de eigenaresse van de coffeeshop en haar klanten met de (nep)wapens. De verdachte was al in de coffeeshop aanwezig en deed zich voor als klant. Vervolgens ging hij, zogenaamd door de mededaders daartoe gedwongen, op zoek naar een buit en deed wiet en geld in een tas.

De verdachte heeft steeds gezegd dat hij onschuldig is. Het hof acht echter bewezen dat de verdachte bij de uitvoering van de overval was betrokken en zich voordeed als klant. Ook is bewezen dat hij degene was die de 2 mededaders, toen 16 en 17 jaar oud, op het idee bracht de overval te plegen, die hen de (nep)wapens verschafte en aan wie de buit moest worden afgedragen.

Door zich voor te doen als klant wilde de verdachte het risico van de overval bij de minderjarige mededaders leggen en zelf buiten schot van justitie blijven. Het hof vindt dit uiterst kwalijk. De verdachte is bovendien al eerder vanwege soortgelijke misdrijven tot een langdurige gevangenisstraf veroordeeld. Het hof zou hem een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden hebben opgelegd, maar past een korting toe omdat de procedure in de strafzaak te lang heeft geduurd. Het hof legt hem daarom een gevangenisstraf van 4 jaar op, een half jaar meer dan de rechtbank. Ook moet hij een schadevergoeding aan de eigenaresse van de coffeeshop betalen. Daarnaast moet hij een gevangenisstraf van 640 dagen uitzitten, omdat hij het feit in een proeftijd heeft gepleegd nadat hij eerder was vrijgekomen uit de cel in verband met een andere straf.