Laden...

7 jaar cel en tbs voor dodelijke steekpartij tijdens nieuwjaarsfeest

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Amsterdam > Nieuws > 7 jaar cel en tbs voor dodelijke steekpartij tijdens nieuwjaarsfeest
Amsterdam, 20 november 2025

In hoger beroep krijgt een man een celstraf van 7 jaar en tbs met dwangverpleging voor het doodsteken van een 37-jarige man tijdens een nieuwjaarsfeest in Hoorn op 1 januari 2023. Dat heeft het gerechtshof Amsterdam vandaag beslist. De rechtbank legde eerder 10 jaar gevangenisstraf op, het Openbaar Ministerie eiste 9 jaar cel en tbs.

Ruzie

Het slachtoffer en de verdachte kregen ruzie in de woning van de ex-partner van het slachtoffer en bleven daarmee doorgaan, ondanks dat zij meerdere keren uit elkaar werden gehaald. Zowel het slachtoffer als de dader gingen daarna weg. Omdat het slachtoffer niet terugkeerde, terwijl hij zijn jas en sleutels had achtergelaten, werd hij als vermist opgegeven. Een dag later, op 2 januari 2023, werd zijn levenloze lichaam aangetroffen in de achtertuin van een buurwoning. Uit onderzoek blijkt dat hij om het leven kwam door messteken.

Geen noodweer

De verdachte beriep zich in hoger beroep op noodweer. Hij verklaarde dat toen het slachtoffer hem in een wurggreep hield, hij dacht dat hij zou gaan stikken. Op de tast pakte hij een willekeurig voorwerp van het aanrecht waarmee hij het slachtoffer twee keer van zich afsloeg, om zichzelf daarmee te bevrijden. Pas later begreep hij dat dit voorwerp een mes moet zijn geweest, waarmee hij het slachtoffer dodelijk verwondde.

Het hof gelooft deze verklaring niet en verwerpt dus dit noodweerverweer. De verdachte had tijdens de ruzie de kans de woning eerder te verlaten, namelijk nadat omstanders hem en het slachtoffer uit elkaar hadden gehaald. De verdachte koos daar niet voor, maar zocht het gevecht met het slachtoffer verder op. Daarnaast constateert het hof dat de getuigen de verklaring van de verdachte – die hij pas voor het eerst in hoger beroep aflegde - niet bevestigen en deels tegenspreken. Het hof acht het veel aannemelijker dat de verdachte het slachtoffer op enig moment uit boosheid en zonder directe noodzaak met het mes heeft gestoken.

Tbs met dwangverpleging

Uit een onderzoek van Pro Justitia in 2018 naar de psychische gesteldheid van de verdachte bleek dat bij hem sprake is van verschillende stoornissen. Na het gebruik van alcohol of drugs kan de verdachte ernstig over de schreef gaan. Dat blijkt ook uit de eerdere veroordelingen die op zijn strafblad staan en tijdens zijn detentie vonden verschillende incidenten plaats. Eerder ingezette hulpverlening kon het gedrag van de verdachte niet ten positieve veranderen en tijdens de zitting toonde hij geen zelfinzicht en stond niet open voor hulpverlening. Het hof vindt het – gelet op het voorgaande - onverantwoord om de verdachte, na het uitzitten van zijn straf, onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. Om die reden legt het hof – anders dan de rechtbank – de tbs-maatregel met dwangverpleging op. 

Lagere straf

Omdat het hof van oordeel is dat de verdachte – door de bij hem geconstateerde stoornissen – in verminderde mate verantwoordelijk kan worden gehouden voor de feiten, legt het hof hem een lagere gevangenisstraf op dan de rechtbank deed.

De verdachte wordt veroordeeld voor doodslag op het slachtoffer. Doodslag behoort tot de ernstigste strafbare feiten die de wet kent. De minderjarige dochter van het slachtoffer en zijn familie is onherstelbaar leed aangedaan. Het hof rekent de verdachte dit zwaar aan. Hij moet een schadevergoeding betalen aan de minderjarige dochter van het slachtoffer, diens moeder en aan een tante van het slachtoffer, die lange tijd zijn pleegmoeder was.

Daarnaast veroordeelt het hof de verdachte, voor doodsbedreigingen en dreigen met zware mishandeling van zijn ex-partner en het vernielen van een ruit van haar woning.

Uitspraken