Bij zijn afwijzing van die klachten heeft het hof overwogen dat niet te verwachten valt dat de strafrechter tot een veroordeling zal komen. Volgens het hof vallen de gewraakte uitlatingen (of de weergave daarvan) onder de bescherming van artikel 10 van het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens (EVRM), de vrijheid van meningsuiting.
Gelet op de vaste rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de mens (EHRM) hierover is er slechts beperkte ruimte om uitspraken van een advocaat die in het belang van cliënten in of buiten de rechtszaal zijn gedaan te beoordelen.
Hoewel het – ook in de ogen van de advocaat zelf – om harde woorden gaat, kunnen deze in de context van de procedure waarin de advocaat de belangen van haar cliënten behartigde, niet als grensoverschrijdend worden beschouwd.