Namens deze verdachten is aangevoerd dat de kans levensgroot is dat het Openbaar Ministerie de kroongetuige Fred Ros binnenkort in vrijheid gaat stellen en dat dan ook nog eens buiten het hof om. Fred Ros, die in hetzelfde liquidatieproces terecht staat, is door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 jaren. Tijdens het hoger beroep bij het hof is gebleken dat het Openbaar Ministerie met Fred Ros een deal heeft gesloten waardoor hij kroongetuige is geworden. Tegenover de verplichting van Fred Ros om in het liquidatieproces tegen zijn medeverdachten als getuige verklaringen af te leggen staan toezeggingen door het Openbaar Ministerie. Eén van die toezeggingen is dat het Openbaar Ministerie in de strafzaak tegen Ros geen 30 maar 15 jaren gevangenisstraf zal eisen. Een rekensom leert dat als niet alleen van die eis maar ook van een veronderstelde gevangenisstraf van 15 jaar wordt uitgegaan in dat geval de dag waarop Fred Ros op grond van de wet voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld naderbij is gekomen. Zij houden er daarom sterk rekening mee dat Fred Ros binnenkort door het Openbaar Ministerie in vrijheid wordt gesteld.
De raadslieden hebben uiteengezet dat zo’n gang van zaken ontoelaatbaar zou zijn. Het Openbaar Ministerie behoort ook op dit onderwerp opening van zaken te geven of en zo ja, wat over de tenuitvoerlegging van zijn voorlopige hechtenis aan Fred Ros is toegezegd. Omdat die opening van zaken niet wordt gegeven en voorkomen dient te worden dat Fred Ros door het Openbaar Ministerie stilletjes in vrijheid wordt gesteld behoort volgens deze raadslieden het Openbaar Ministerie op bevel van het hof opening van zaken te geven: wordt Ros binnenkort in vrijheid gesteld en wat is er met hem over de tenuitvoerlegging van zijn voorlopige hechtenis afgesproken? Die informatie dient bij de verdachten tegen wie Fred Ros als getuige verklaart bekend te zijn, omdat in die zaken het hof moet beoordelen of de afspraken die met Ros als getuige zijn gemaakt door de beugel kunnen. Daarbij komt, dat afspraken over zijn voorlopige hechtenis zijn verklaringsbereidheid en dus ook de betrouwbaarheid van zijn verklaringen kunnen beïnvloeden.