Op 6 maart 2015 is op het station Hoofddorp een hoofdconductrice ernstig mishandeld. Zij liep hierdoor onder andere fracturen in het gezicht en een verbrijzelde oogkas op. De hoofdconductrice ziet ondanks een aantal operaties nog steeds dubbel en is ook haar reukvermogen kwijt. Ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat zij nooit volledig zal herstellen.

Eerder al oordeelde de rechtbank dat de door het OM gevorderde gevangenisstraf passend en geboden is gelet op de ernst van de mishandeling en het lichamelijke en psychische letsel dat daarvan het gevolg is bij het slachtoffer, en ook op de grote maatschappelijk impact die de mishandeling heeft gehad.
Oplegging van de maatregel van tbs met dwangverpleging is nodig omdat bij de verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en het recidive risico als verhoogd wordt ingeschat. Behandeling moet in een (langdurig) gedwongen kader uitgevoerd en gecontroleerd worden ook omdat de verdachte behandeling weigert.
Het hof kan zich met dit oordeel van de rechtbank dus verenigen.

In hoger beroep heeft de verdediging een alternatief scenario geschetst, waarbij een andere op het perron aanwezige persoon het slachtoffer zou hebben mishandeld. Het hof oordeelt dat voor dit alternatieve scenario nog geen begin van aannemelijkheid is gegeven.