Op basis van de uitkomsten van dit nadere onderzoek heeft het hof nu beslist dat verdere strafrechtelijke vervolging niet nodig is. Het hof concludeert dat de strafrechter voor een deel van de feiten waarvan P. aangifte deed, niet tot een veroordeling van de politiemensen zou kunnen komen. Voor zover het gaat om feiten waarvoor wel een veroordeling zou kunnen volgen, weegt het hof onder meer mee dat hoewel Michael P. niet mocht worden mishandeld, het aanhoudingsteam uitsluitend het belang van de mogelijk nog in leven zijnde Anne Faber voor ogen had. Bovendien zijn de politiemensen als verdachte aangemerkt en verhoord, en verkeerden zij jarenlang in onzekerheid over een mogelijke strafvervolging. Gelet op deze omstandigheden acht het hof het niet gepast om de leden van het aanhoudingsteam alsnog voor de strafrechter te brengen.
Dit heeft geen betekenis voor
de strafzaak tegen Michael P., die zaak kwam met de uitspraak van de Hoge Raad in 2020 tot een einde.