De KNB was in hoger beroep gekomen, omdat zij de notaris die deelneemt aan de
Hema-notarisservice de navolgende tuchtrechtelijke verwijten maakte:
- de
notaris kan onvoldoende regie, zeggenschap en toezicht uitoefenen;
- de
notaris overtreedt zijn geheimhoudingsplicht;
- de notaris schendt zijn
zorgplicht;
- aan de opzet en werkwijze kleven risico’s ten aanzien van de
vrije wilsvorming van de cliënt;
- er leven vragen over te lage honorering,
over het provisieverbod en over de onafhankelijkheid van de notaris.
Het hof
komt tot het oordeel dat de Hema-notarisservice technisch, juridisch en
inhoudelijk niet in strijd is met de voor deelnemende notarissen geldende wet-
en regelgeving.