De rechtbank sprak de verdachte vrij, omdat zij vond dat te veel onduidelijkheid was blijven bestaan over wie heeft gestoken. Het hof denkt daar anders over en vindt bewezen dat de verdachte heeft gestoken. Dat oordeel baseert het hof op de verklaringen die het slachtoffer en getuigen kort na de steekpartij aflegden en op de verklaring van de verdachte zelf. Het hof vindt dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaardde dat het slachtoffer zou overlijden. Hij wordt daarom veroordeeld voor poging tot doodslag en verboden wapenbezit op de dag van zijn aanhouding. Ook wijst het hof de vordering van de benadeelde partij toe van ruim € 7.500,-.
Na deze steekpartij in Oostzaan veroordeelde de rechtbank Den Haag de verdachte tot 11 jaar gevangenisstraf voor zijn aandeel in een dodelijke steekpartij op de pier in Scheveningen. Tegen die uitspraak stelde de verdachte hoger beroep in.