Volgens het Openbaar Ministerie waren twee van de drie verdachten de schutters en werkte de derde verdachte bij de voorbereiding van de aanslag nauw en bewust met hen samen en stuurde hen daarbij aan. Het hof stelde vast dat de drie verdachten inderdaad betrokken waren bij de voorbereiding van de aanslag. De twee verdachten voerden op de dag vóór de beschieting voorverkenningen uit in de omgeving van de woning van het slachtoffer. Ook haalden zij de auto, die later als vluchtauto is gebruikt, van een stallingsbedrijf op en zetten deze klaar in de omgeving van Amstelveen. De derde verdachte had een aansturende rol bij deze observaties en verplaatsing van de latere vluchtauto.
Toch sprak het hof de verdachten vrij omdat uit het dossier niet blijkt dat de verdachten de schutters waren. Ook blijkt niet dat zij nauw samenwerkten met de schutters of dat zij hen aanstuurden. De rol van verdachten bij de voorbereiding van de beschieting, hoe verwerpelijk en kwalijk ook, wordt doorgaans met medeplichtigheid in verband gebracht. Dat is hen echter niet ten laste gelegd.
