1. De president is voorzitter van het bestuur. Hij vertegenwoordigt het gerecht. Hij is de
bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden. Jaarplan en jaarverslag
behoeven zijn goedkeuring. Hij oefent de overige in de wet aan hem toebedeelde taken uit.
De president houdt de functioneringsgesprekken met de overige bestuursleden.
2. Het bestuur stelt de inhoud van de portefeuille bedrijfsvoering vast en belast het niet-rechterlijk
lid van het bestuur met die portefeuille. Dit lid vertegenwoordigt het bestuur
(als regel) in (landelijke) overleggen over bedrijfsvoering. Het bestuur kan onderdelen van
de portefeuille bedrijfsvoering aan een ander lid opdragen. Dit niet-rechterlijk lid van het
bestuur is tevens niet-rechterlijk bestuurslid van het gerechtshof Den Haag.
3. Het bestuur stelt de inhoud van de portefeuille kwaliteit vast en belast één van de
rechterlijke leden met die portefeuille. Dit lid vertegenwoordigt het bestuur (als regel) in
(landelijke) overleggen over kwaliteit. Het bestuur kan onderdelen van de portefeuille
kwaliteit aan een ander lid opdragen.
4. Voor het overige en voor zover de taakomschrijving niet uit de wet voortvloeit, omschrijft
het bestuur in een document getiteld “portefeuilleverdeling bestuur gerechtshof
Amsterdam hoe de aandachtsgebieden, taken en verantwoordelijkheden onder de
bestuursleden zijn verdeeld. Dit document wordt ter kennis gebracht van de Raad voor de
rechtspraak en is op de Introsite van het gerecht te raadplegen voor de bij het gerecht
werkzame rechterlijke ambtenaren en gerechtsambtenaren.
5. Bij de vaststelling van het takenpakket van de bestuursleden hanteert het bestuur scheiding
tussen bestuur en management als uitgangspunt. Het managen van de verschillende
onderdelen van het gerechtshof vindt in hoofdzaak plaats door afdelingsvoorzitters en het
Hoofd bedrijfsvoering.