Het hof volgt het openbaar ministerie dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer met een vooropgezet plan (met voorbedachte raad) van het leven heeft beroofd, zodat hij wordt vrijgesproken van moord.
Het hof heeft in het voordeel van de verdachte rekening gehouden met de sinds 1 juli 2021 veranderde wettelijke regeling voor de voorwaardelijke invrijheidstelling omdat deze sinds die wijziging niet meer dan 2 jaar bedraagt.
Het hof veroordeelt verdachte dan ook voor doodslag tot een gevangenisstraf van 12 jaar. Daarnaast moet verdachte aan de nabestaanden een vergoeding betalen voor geleden materiële schade en shockschade.