Het hof vindt het voldoende aannemelijk geworden dat die onbehoorlijke taakvervulling van de bestuurder een belangrijke oorzaak van het faillissement van Quanova B.V. is geweest. De bestuurder is daarom aansprakelijk voor de schulden van het failliete Quanova B.V. die niet kunnen worden betaald.

Vanwege de stand van de afwikkeling van het faillissement kan niet worden vastgesteld hoeveel schulden van Quanova B.V. onbetaald (zullen) blijven. De curator wil daarom dat verwezen wordt naar een procedure om de hoogte van de schade vast te stellen. De bestuurder heeft zich daartegen niet verzet. Daarom wijst het hof – anders dan de rechtbank - de door de curator gevorderde verwijzing naar de zogeheten schadestaatprocedure toe. De curator heeft verder, in afwachting van de nog te voeren schadestaatprocedure, een voorschot van 800.000 euro gevorderd. Het hof wijst die vordering af wegens onvoldoende belang, omdat dit bedrag (veilig) in een depot ligt. De curator erkent bovendien dat hij een voorschot voor het overige niet zal kunnen innen omdat hij geen beslag kan leggen op eventuele bezittingen van de bestuurder.

De curator heeft in hoger beroep gevraagd om een bestuursverbod voor de bestuurder (en twee vennootschappen) van Quanova B.V. gedurende vijf jaar nadat de uitspraak definitief is geworden. Dit wil zeggen dat zij gedurende vijf jaar niet meer tot bestuurder of commissaris van een rechtspersoon kunnen worden benoemd waarvan zij nu nog geen bestuurder zijn. Het hof heeft dit bestuursverbod voor vijf jaar toegewezen.