Vanwege de aard en de ernst van het bewezenverklaarde feit is een gevangenisstraf van significante duur aangewezen. Het hof legt de vrouw daarom een gevangenisstraf op van vijf jaar. Daarbij heeft het hof rekening gehouden met het feit dat er ook een maatregel van terbeschikkingstelling wordt opgelegd. De deskundigen hebben toegelicht dat een langdurige gevangenisstraf kan leiden tot een verminderde effectiviteit van de noodzakelijke, daaropvolgende behandeling van de stoornis van de vrouw.
In lijn met de adviezen van de deskundigen legt het hof aan de vrouw een maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden op. De vrouw heeft aangegeven bereid te zijn om zich aan de op te leggen voorwaarden te houden. Het hof vindt een behandeling binnen een terbeschikkingstelling met voorwaarden een afdoende, passend en noodzakelijk kader. De terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt dadelijk uitvoerbaar verklaard, wat betekent dat aansluitend aan de gevangenisstraf kan worden gestart met de door de deskundigen noodzakelijk geachte klinische behandeling.
Tot slot legt het hof aan de vrouw een zogeheten gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op. Dit maakt het mogelijk dat na de beëindiging van de tbs-behandeling eventueel voorwaarden worden gesteld die herhaling moeten voorkomen. Daarbij vindt het hof van belang dat de deskundigen beschrijven dat een risico op herhaling aanwezig is, maar dat dit risico lastig is in te schatten. Bovendien zou herhaling vanwege het specifieke karakter van het strafbare feit zich ook pas na relatief langere tijd kunnen voordoen.