In deze zaak zijn er drie eerdere gunningsbeslissingen genomen. De eerste was ten gunste van de Combinatie, de tweede (in bezwaar) ten gunste van BAM, de derde (na het vonnis van de voorzieningenrechter) ten gunste van de Combinatie. Het hof oordeelt dat de rekenkundige vaststelling van de totaalscore de juiste uitleg is, omdat inschrijvers dit uit de tekst van de inschrijvingsleidraad zullen hebben begrepen. Dit oordeel heeft tot gevolg dat BAM de beste inschrijving heeft gedaan. ProRail wordt geboden de opdracht aan BAM te gunnen.