Het gerechtshof komt tot oplegging van een hogere straf dan die welke de rechtbank heeft bepaald. Het gerechtshof neemt daarbij in aanmerking dat verdachte – zonder enige gebleken reden – een oudere en op dat moment vermoedelijk weerloze man, die verdachte en zijn vriendin onderdak bood, op zeer gewelddadige wijze van het leven heeft beroofd, terwijl verdachte reeds eerder was veroordeeld voor ernstige strafbare feiten, waaronder ook geweldsdelicten. Tevens heeft verdachte door zijn ontkennende proceshouding geen enkel inzicht gegeven in een mogelijke reden voor zijn daad.
Alles afwegende is het gerechtshof van oordeel dat de door de advocaat-generaal geëiste straf passend is en heeft aan verdachte in hoger beroep een gevangenisstraf van 13 jaar, met aftrek van voorarrest, opgelegd.