Laden...

Lagere straf voor mishandeling tijdens voetbalwedstrijd

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Arnhem-Leeuwarden > Nieuws > Lagere straf voor mishandeling tijdens voetbalwedstrijd
Arnhem, 15 augustus 2024
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag een 29-jarige man uit Den Bosch veroordeeld voor een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Het hof heeft aan de man drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf van 180 uur.


Geweld tijdens voetbalwedstrijd

Tijdens een voetbalwedstrijd in Tiel op 28 november 2021 zou de verdachte een speler van de tegenpartij een of meermalen op het hoofd, de nek of de rug hebben getrapt, waardoor die speler zwaar lichamelijk letsel zou hebben opgelopen.
Uit het dossier blijkt dat bij het slachtoffer inderdaad letsel aan het hoofd en de nek is geconstateerd. Verder is het slachtoffer met onder andere PTSS gediagnosticeerd.


De uitspraak van de rechtbank

De zaak is eerder al bij de rechtbank Gelderland behandeld (parketnummer 05/062290-22). In haar vonnis van 30 maart 2023 komt de rechtbank tot de conclusie dat er bij het slachtoffer sprake is van zwaar lichamelijk letsel en dat dit door verdachte is veroorzaakt. De rechtbank baseert haar oordeel op belastende verklaringen van getuigen en op videobeelden van het incident. De rechtbank bepaalde de straf op negen maanden gevangenisstraf, waarvan vijf maanden voorwaardelijk.
De vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer werd door de rechtbank deels toegewezen, namelijk voor een bedrag van € 9.355,--.


Het onderzoek van het hof in hoger beroep

Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en komt tot een andere beslissing dan de rechtbank.
 
Bij de behandeling door het hof heeft de verdachte – anders dan bij de rechtbank – verteld dat het klopt dat hij het veld op is gerend. Hij is opgesprongen en heeft toen met zijn been de rug van het slachtoffer geraakt. Verdachte ontkent dat hij meer trappen heeft gegeven, zoals een getuige heeft verklaard.
 
Het hof heeft naar aanleiding van deze verklaring van verdachte de beelden opnieuw nauwkeurig bekeken. Op de beelden is te zien dat het slachtoffer – nog voor verdachte in de buurt komt - door één van de andere spelers tijdens het voetballen tegen het hoofd wordt geraakt, naar de grond gaat en blijft liggen. Verdachte staat op dat moment op enige afstand langs het veld. Hij deed op dat moment niet mee met het voetballen. Rondom het slachtoffer ontstaat op het veld gedoe tussen spelers uit de verschillende teams. Er wordt een vuistslag uitgedeeld. Vervolgens komt verdachte vanaf de zijlijn het veld op rennen in de richting van de spelers op het veld en is te zien dat hij opspringt met één uitgestoken been in de richting van een aantal spelers en van het slachtoffer. Het slachtoffer komt op dat moment net overeind. Het hof oordeelt dat op de beelden niet is te zien dat het slachtoffer vaker dan één keer wordt geraakt door verdachte. Ook is niet vast te stellen waar op het lichaam het slachtoffer door verdachte wordt geraakt. Verdachte zegt zelf op de rug, wat door de beelden niet wordt uitgesloten. Het valt dus niet vast te stellen of het slachtoffer door verdachte aan zijn hoofd en/of nek wordt geraakt. Ook valt dus niet vast te stellen dat het geheugenverlies of de bulten op het hoofd het gevolg zijn van een schop door verdachte tegen het hoofd van het slachtoffer met zijn voetbalschoenen (met noppen).


De beslissing van het hof

Nu het slachtoffer net voor dit incident al door een ander op het hoofd was geslagen, kan niet worden uitgesloten dat het zware lichamelijke letsel een gevolg is van het eerdere geweld op het veld, dus net vóór verdachte in beeld kwam. Het hof spreekt verdachte daarom vrij van het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel.
Omdat verdachtes gevaarlijke actie wel tot zwaar letsel had kúnnen leiden, veroordeelt het hof verdachte voor een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
 
Omdat het hof tot een andere (“lichtere”) bewezenverklaring komt, legt het hof ook een andere straf op: drie maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 180 uur. De schadevergoeding voor de benadeelde partij wordt op € 1.500,-- gesteld voor smartengeld.


Uitspraken