Het hof legt in de zaak tegen D. een lagere gevangenisstraf op dan de rechtbank. Dat komt doordat het hof op onderdelen tot een andere bewezenverklaring komt. Daarnaast houdt het hof conform Europese regelgeving rekening met een hem eerder in Duitsland voor drugsdelicten opgelegde gevangenisstraf van zeven jaar en zes maanden, waarvoor hij sinds april 2015 in Duitsland gedetineerd zat. Het hof houdt er verder rekening mee dat verdachte sinds zijn overplaatsing in 2018 van Duitsland naar Nederland gedetineerd zit op een Afdeling Intensief Toezicht, een detentieregime voor hoogrisico gedetineerden. Dat brengt mee dat hij onderwerp is van intensieve toezichtmaatregelen en binnen detentie slechts beperkt vrijheden geniet.
In hoger beroep heeft het Openbaar Ministerie in de zaak tegen T. een wijziging van de tenlastelegging gevorderd. Die vordering is door het hof toegewezen. Daardoor werd in zijn zaak medeplichtigheid aan alle vier de tenlastegelegde feiten toegevoegd. T. wordt nu door het hof voor medeplichtigheid aan alle vier de tenlastegelegde feiten veroordeeld. Daardoor wordt hij in hoger beroep hoger bestraft dan door de rechtbank.
Het hof neemt in aanmerking dat T. ook nog een belangrijk deel van een hem in Duitsland opgelegde gevangenisstraf van elf jaar voor drugsdelicten moet uitzitten.