In deze zaak stond de vraag centraal of er sprake is geweest van een noodlottig ongeval of van een levensdelict. Het hof is van oordeel dat verdachte zijn vriendin in de nachtelijke uren in het water van de Surinamerivier heeft doen belanden. Kort voor het overlijden van zijn vriendin, is er op haar leven een overlijdensrisico- en uitvaartverzekering afgesloten.
Volgens het hof heeft verdachte er een financieel belang bij gehad om zijn vriendin om het leven te brengen en heeft hij bewust toegewerkt naar de mogelijkheid om haar van haar leven te beroven en dit op een ongeluk te laten lijken. Het bewijs hiervoor ontleent het hof aan feiten en omstandigheden die in het onderzoek naar voren zijn gekomen en gedragingen en uitlatingen van verdachte.
Nu het gaat om moord, in combinatie met daarmee samenhangende feiten, kan vanuit het oogpunt van vergelding niet anders worden gereageerd dan met oplegging van een langdurige gevangenisstraf.