Naar het oordeel van het hof heeft verdachte de moord gepleegd samen met een ander. Wie die ander is geweest kon, ondanks uitgebreid onderzoek, niet vastgesteld worden.
Het bewijs voor betrokkenheid van verdachte ontleent het hof aan een getuigenverklaring, de door het hof als kennelijk leugenachtig aangemerkte verklaringen van verdachte en betrouwbare camerabeelden en telecomgegevens. Volgens het hof ligt het motief in de relationele en financiële sfeer.
Vanwege de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd kan vanuit een oogpunt van vergelding niet anders worden gereageerd dan met oplegging van een langdurige gevangenisstraf.