Op 31 maart 2015 vond de politie het dode lichaam van de vrouw in het huis waar zij met verdachte samenwoonde. Bij de sectie op haar lichaam bleek dat de vrouw tal van letsels had die gedurende een langere periode door herhaaldelijk en heftig fysiek geweld zijn ontstaan en dat zij door bloedverlies en/of verstikking was overleden.

In en om het huis zijn veel kapotgemaakte goederen, bebloede kledingstukken, overige bebloede voorwerpen en bloedsporen aangetroffen. Verdachte heeft steeds ontkend dat hij zijn echtgenote van het leven heeft beroofd. Volgens hem moet een derde persoon dat hebben gedaan. De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Als al kan worden vastgesteld dat verdachte zijn echtgenote heeft gedood, dan heeft hij dat volgens de raadsman niet opzettelijk gedaan. Volgens de raadsman verkeerde verdachte in een zodanige psychose dat hij totaal niet meer wist wat hij deed.

De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, heeft verdachte op 10 februari 2016 (ECLI:NL:RBGEL:2016:767) voor doodslag op zijn echtgenote veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van moord  omdat zij voorbedachte raad niet bewezen achtte. Op basis van psychologisch en psychiatrisch onderzoek heeft de rechtbank geconcludeerd dat verdachte tijdens het plegen van het misdrijf leed aan een - langdurige - psychose. Volgens de rechtbank heeft verdachte ondanks die psychose opzettelijk gehandeld, maar kan de doodslag hem vanwege zijn psychische toestand in het geheel niet worden toegerekend. Hij is dus ontoerekeningsvatbaar. De rechtbank heeft hem daarom ontslagen van alle rechtsvervolging. Vanwege de ernst van het feit, de ernst van de stoornis, het herhalingsgevaar en de veiligheid van anderen heeft de rechtbank verdachte veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. Daarnaast heeft de rechtbank verdachte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan een nabestaande van het slachtoffer.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte ter zake van doodslag wordt veroordeeld tot tbs met dwangverpleging en tot het betalen van een schadevergoeding aan een nabestaande van het slachtoffer.

Het hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank bevestigd.