De advocaat-generaal achtte alle feiten bewezen en eiste opnieuw een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren.
Alle aan verdachte tenlastegelegde feiten zijn opzetdelicten. De schuldvarianten zijn niet aan het hof voorgelegd: deze feiten waren verjaard. Verdachte kon daarvoor dus niet meer worden vervolgd.
De meest vergaande vraag die het hof diende te beantwoorden, is of de verdachte met opzet heeft gehandeld. Voorop dient te worden gesteld dat het begrip “opzet” in een juridische context een ruimere betekenis heeft dan in het algemeen spraakgebruik. De lichtste vorm van het juridische opzet is het zogenaamde “voorwaardelijk opzet”.
Volgens de rechtbank heeft de ex-neuroloog bij de patiënten in de bewezen verklaarde gevallen verkeerde diagnoses gesteld, heeft hij zich te lang gefixeerd op deze diagnoses en hen daardoor onjuist behandeld. Dit terwijl hij als arts wist dat bepaalde diagnoses niet gesteld konden worden op basis van de voorhanden zijnde gegevens. Daarbij heeft de verdachte welbewust het risico genomen en aanvaard dat de gezondheid van de patiënten ernstig zou worden benadeeld. Hierdoor heeft verdachte zijn zorgplicht als arts op ernstige wijze geschonden.
Het hof acht deze redenering van de rechtbank (en van het openbaar ministerie) niet toereikend om voorwaardelijk opzet bewezen te kunnen achten. De wil, oftewel het welbewust op de koop toe nemen van de aanmerkelijke kans, is daarmee nog niet bewezen.
De enkele wetenschap van een aanmerkelijke kans op het schenden van zorgvuldigheidseisen, protocollen en/of richtlijnen is daarvoor niet voldoende. Met de redenering van de rechtbank (en van het openbaar ministerie) is veeleer bewezen dat verdachte (grovelijk) nalatig heeft gehandeld en verwijtbaar risico’s heeft genomen. Verdachte heeft steeds verklaard dat hij fouten heeft gemaakt, maar dat hij niet te kwader trouw heeft gehandeld en dus niet de benadeling van de gezondheid van zijn patiënten heeft gewild dan wel hen in hulpeloze toestand heeft willen brengen/laten.
Dit alles leidt het hof tot het oordeel dat opzet niet bewezen is. Het gevolg daarvan is: vrijspraak van alle aan het oordeel van het hof onderworpen feiten.