De Staat heeft een programma om de rivieren bij hoog water meer ruimte te geven, "Ruimte voor de Rivier". Een onderdeel van dat programma is het project “Uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden”. In dat project is onder meer de aanleg van een geul in de uiterwaarden van de IJssel bij Zwolle opgenomen. Voor de bewoner van een woning in de uiterwaard had die geul tot gevolg dat hij niet meer vanaf de dijk over zijn grond in de uiterwaarden naar zijn woning bij de IJssel kon gaan.
Eerst was het plan dat de bewoner naar zijn woning kon gaan via een overlaat, een waterbouwkundige constructie waarover heen gereden kan worden, met een hoogte van +2.10 meter NAP en een brug die naast de overlaat zou worden gebouwd. Dit plan had voor de bewoner tot nadeel dat hij steeds ruim een kilometer moest omrijden.
De gemeenteraad van Zwolle heeft medio 2011 aan de Staat gevraagd of een brug met een hoogte van +2.35 meter NAP rechtstreeks van de dijk naar de woning kon worden aangelegd, zodat de bewoner niet meer hoefde om te rijden. Het waterschap Groot Salland heeft op verzoek van de Staat hierover met de bewoner gesproken en met de bewoner overeenstemming bereikt.
Voor het kunnen realiseren van de geul zijn een aantal percelen onteigend. Eind 2012 heeft de Staat in de onteigeningsprocedure aan de onteigeningsrechter gemeld, dat een brug rechtstreeks van de dijk naar de woning zou worden aangelegd. Hierdoor zou de bewoner geen omrijschade hebben en is in de onteigeningsprocedure daar ook geen aandacht meer aan besteed.
Toen in 2015 een aannemer de kosten van de brug berekende op 2,5 miljoen euro incl. btw liet de Staat aan de bewoner weten dat hij de brug niet zou aanleggen. Vervolgens heeft de Staat de bereikbaarheid van de bewoner naar en van zijn woning verbeterd door de overlaat te verhogen naar +2.35 meter NAP. Dat is dezelfde hoogte als de beoogde brug voor zijn woning. Bovendien is aan de bewoner een bedrag betaald voor de aankoop van een gemotoriseerde boot en zijn voor hem aanmeervoorzieningen gerealiseerd.
De bewoner wil dat de Staat zijn toezegging nakomt en de brug ter hoogte van zijn woning wordt aangelegd. Hij vindt dat zijn woning met de huidige voorzieningen minder goed bereikbaar is dan met een brug, terwijl hij ook steeds moet omrijden om van en naar zijn woning te komen.