Beide verdachten zijn in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak.
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachten te veroordelen voor het medeplegen van moord en aan de vader een gevangenisstraf op te leggen van 16 jaar en de zoon te veroordelen conform de rechtbank.
Het hof spreekt beide verdachten vrij van het medeplegen van moord omdat het voorbedachte raad niet bewezen acht. Het hof veroordeelt beiden voor het medeplegen van doodslag, terwijl bij de zoon ook de brandstichting, bedreigingen en vernieling worden bewezenverklaard.
Het slachtoffer is op een gruwelijke wijze met toepassing van veel geweld om het leven gebracht. De wijziging in kwalificatie maakt het doden van het slachtoffer niet minder gruwelijk. Het hof acht de eis van de advocaat-generaal bij vader in beginsel passend. Het hof legt vader de maximale straf voor doodslag op, te weten 15 jaar.
De zoon wordt gestraft met een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar en hem wordt de maatregel opgelegd van tbs met dwangverpleging.