Het hof heeft, anders dan de rechtbank, geoordeeld dat niet alle gedragingen kunnen worden bewezen. Van sommige gedragingen kan ook niet gezegd worden dat deze onder het juridische begrip mishandeling vallen. Verder is bij een beperkt aantal mishandelingen vast te stellen dat dit met voorbedachte raad heeft plaatsgevonden.
Ook is het hof van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat bij een van de bewoners de mishandelingen uiteindelijk tot zwaar lichamelijk letsel hebben geleid.
Van het grootste deel van de gedragingen heeft het hof geoordeeld dat dit wel als mishandeling moet worden gezien. De verdachten zijn verantwoordelijk voor al die mishandelingen, ook als ze die niet zelf hebben gepleegd. Zij waren immers degenen die de “bedrijfscultuur” van straffen en vernederen hadden bedacht en hebben doorgeleerd aan de andere medewerkers.