Alle verdachten hebben steeds gezegd dat het kanon waarschijnlijk spontaan is afgegaan. Daar gaat het hof niet in mee. Een belangrijke indicatie dat het geen ongeluk betreft, vindt het hof in de verklaringen van een aantal getuigen. Deze getuigen hebben gezien dat er jongens bij de brug stonden die vlak voor de knal hun handen voor hun oren deden. Daarnaast zijn via een deurbelcamera van een woning nabij de brug flarden van gesprekken opgevangen die volgens het hof wijzen op een bewuste actie.

De drie verdachten die zijn veroordeeld, zaten in de auto waarmee het carbidkanon naar het centrum van Joure is gebracht. Hun rol kan voldoende duidelijk worden vastgesteld. Het gaat om de bestuurder, degene die op de achterbank zat met de ontsteker en degene in de auto waarvan het hof aanneemt dat hij heeft getelefoneerd.

Zij wisten bij vertrek van de auto dat het kanon geladen was, en dat het plan was om het af te schieten. Ook zijn er aanwijzingen dat er onderweg met de inzittenden van de auto is getelefoneerd vanaf de brug in Joure. Het hof legt het drietal een werkstraf van 180 uur op.

Van zeven andere verdachten kan hun aandeel in de ontploffing niet goed worden vastgesteld. Dit omdat er aanwijzingen zijn dat er nog anderen dan deze zeven personen bij het plan betrokken waren. Van hen is de identiteit echter nooit bekend geworden. Anders dan de tien verdachten die voor het hof zijn verschenen, hebben zij zich niet gemeld bij de politie. De tien verdachten hebben hun namen niet willen noemen.

Dat zeven van de verdachten tijdens het afschieten van het kanon op of in de buurt van de brug hebben gestaan, vindt het hof onvoldoende voor een veroordeling.