Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft wegens een tijdelijk capaciteitsgebrek aan raadsheren in de afdeling strafrecht een te hoge voorraad strafzaken waardoor de doorlooptijd oploopt. Het hof in Den Haag heeft een tekort aan relatief eenvoudige strafzaken om tot een evenredige zittingsverdeling te kunnen komen. Beide hoven zagen daarin de mogelijkheid om elkaar tegemoet te komen. Er mag echter niet zomaar met strafzaken worden ‘geschoven’ tussen de hoven, daar is een tijdelijke regeling van de Minister van Rechtsbescherming voor nodig. De minister heeft zo’n tijdelijke regeling op verzoek van de beide gerechtsbesturen en door tussenkomst van de Raad voor de Rechtspraak vastgesteld (artikel 62a Wet op de rechterlijke organisatie) en deze op 24 april 2019 in de Staatscourant gepubliceerd.

Met deze tijdelijke regeling kan het hof Arnhem-Leeuwarden strafzaken die door de rechtbank Midden-Nederland of Gelderland zijn behandeld en beslist overdragen aan hof Den Haag voor behandeling in hoger beroep. De regeling is in werking getreden per 24 april 2019 en vervalt op 1 januari 2020. De eerste strafzaken zijn inmiddels aan het hof Den Haag geleverd. Binnenkort zullen de eerste oproepingen (dagvaardingen) voor deze zaken worden uitgebracht.

Deze aanpak kan voor de betrokkenen iets meer reistijd betekenen. Er staat tegenover dat direct betrokkenen niet te lang op de behandeling van de zaak hoeven te wachten.