Laden...

Afwijzing vordering Afghaanse bewakers om hen naar Nederland over te brengen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Den Haag > Nieuws > Afwijzing vordering Afghaanse bewakers om hen naar Nederland over te brengen
Den Haag, 04 november 2025

De Nederlandse Staat hoeft 42 Afghaanse mannen die de Nederlandse ambassade bewaakten niet naar Nederland over te brengen. Dat heeft het gerechtshof Den Haag vandaag beslist. De Afghaanse mannen werkten als bewaker bij de Nederlandse ambassade in Kaboel, voordat de Taliban in augustus 2021 daar de macht overnamen. Zij stellen dat zij vanwege deze werkzaamheden gevaar lopen in Afghanistan en dat de Staat hen daarom naar Nederland moet overbrengen. De kantonrechter in de rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat op de Staat een zorgplicht rust en dat de Afghaanse bewakers daarom naar Nederland moeten worden overgebracht. Het hof wijst in hoger beroep de vordering van de Afghaanse bewakers alsnog af.

De bewakers waren in dienst bij een lokaal bedrijf. De Staat huurde de bewakingsdiensten in bij dit bedrijf. In dit kort geding is niet komen vast te staan dat volgens het Afghaanse recht, dat op de relatie tussen de Staat en de Afghaanse bewakers van toepassing is, sprake is van een zorgplicht waaruit voortvloeit dat de Staat hen naar Nederland moet overbrengen.

De Afghaanse bewakers hebben zich verder beroepen op de bescherming van de mensenrechtenverdragen waarbij Nederland is aangesloten. Om een beroep op die verdragen te kunnen doen, is vereist dat de Staat rechtsmacht over de Afghaanse bewakers had. Dat wil zeggen: dat de Staat controle en gezag over de Afghaanse bewakers kon uitoefenen. De Staat had geen rechtsmacht in Kaboel. De Afghaanse bewakers werkten in de buitenste ring van het ambassadeterrein en woonden in hun eigen huizen in Afghanistan, waar zij onder het gezag van de lokale autoriteiten vielen en dus niet onder het gezag van de Nederlandse Staat. De Afghaanse bewakers kunnen dus geen beroep op de mensenrechtenverdragen doen.

De Afghaanse bewakers hebben ook nog aangevoerd dat de Staat in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld door bewakers met de Hongaarse nationaliteit, die ook voor de Nederlandse ambassade hebben gewerkt, wel te evacueren en hen niet. Dit standpunt volgt het hof ook niet. Omdat de Hongaarse bewakers Unieburgers waren, hadden zij hoe dan ook al toegang tot de Europese Unie. Zij bevonden zich dus niet in dezelfde situatie als de Afghaanse bewakers.

De slotsom is dat het vonnis van de kantonrechter wordt vernietigd en dat de vordering wordt afgewezen.

Uitspraken